Ruimte voor de Rivier
In 2000 heeft het kabinet met Ruimte voor de Rivier gekozen voor een nieuwe aanpak van hoogwater; een omslag in de manier waarop Nederland met het water omgaat. In plaats van eindeloos verhogen en versterken van dijken, kijken we steeds meer ook naar de rivier zelf. De mogelijkheden om water meer ruimte te geven. Veiligheid en ruimtelijke kwaliteit zijn sindsdien samen de belangrijkste doelstellingen van de Ruimte voor de Rivier projecten. Naast het nemen van maatregelen om het rivierengebied veiliger te maken, blijft het een plek waar veel mensen komen. Duurzame oplossingen en lange termijn ontwikkelingen, kenmerken de aanpak van het project
De polder ontpolderd
De Noordwaard vormt een belangrijke schakel in het programma Ruimte voor de Rivier. De Noordwaard is een gebied van zo’n 4.450 hectare – circa 6.000 voetbalvelden – dat grenst aan de Nieuwe Merwede, ten westen van Werkendam en ten noorden van het Nationale Park de Biesbosch. In vijf jaar tijd werd de polder opnieuw ingedeeld en gewijzigd van een binnendijks naar een buitendijks gebied. Door de ontpoldering van de Noordwaard krijgt de rivier de Nieuwe Merwede meer ruimte. De dijk langs de Nieuwe Merwede is verlaagd tot een hoogte van 2 m boven NAP. Stijgt het rivierwater tot boven die hoogte, dan stroomt het water over in de polder. De Noordwaard zal enkele keren per jaar onder water staan. Dit komt voornamelijk in de winter voor, als de waterstand hoog is door regen en smeltwater. Niet de hele Noordwaard valt onder het nieuwe doorstroomgebied: de delen die door hoge kades zijn omgeven, zullen maar eens in de 100 tot 1000 jaar onder water staan.